Met een
geknelde kaak en dof geloei haalt hij adem
Zuurstof geraakt
in zijn halve long slechts langs trage wegen
Hij piept,
hij rochelt, zijn uitleg stottert eerst en stokt
Gas, boys, gas!
Maar de
pillen werken al en lang huivert hij niet bij zijn reutel
Zachtjes
verdwijnt hij weer in zijn verzonken bunker
Een knoestige
hoeksteen nog net boven het gras van weinig haar
Zacht ontwaakt zijn eigen zon nog eens
In het prille
ochtendlicht werken de mieren, de soldaten
En verzinkt
de kolonie onder het gewicht van mosterdgas
Gebundeld in
een betonnen koker, de gezonken bunker
Was het hiervoor dat we uit klei werden
gemaakt?
Geen linies
meer, slechts hospitaalpijama’s en voorschriften
Vergeten de
dagorders en de marsliederen, het haar karig maar wuft
De hoop
half gezaaid thuis en Franse bloemvelden bloeien, wijnranken
nav Gedichtendag 2014